Het Nederlandse kenteken

Het Nederlandse kenteken

Auto’s, motoren, aanhangers en bromfietsen moeten een kenteken hebben.  Welke voertuigen moeten een kenteken hebben om op de openbare weg te rijden?

Een kenteken op een voertuig is normaal. Je ziet alleen steeds meer voertuigen die een kenteken krijgen. Welke voertuigen moeten een kenteken hebben? En wat komt daarbij kijken? We zetten ze op een rijtje.

Auto’s

Een grote groep, wellicht de grootste groep, voertuigen met een kenteken zijn auto’s. Daarbij rekenen we hier ook bestelauto’s, bussen en vrachtwagens (bedrijfswagens). Een aparte categorie is de camper, omdat die tussen personenauto en bedrijfsauto in zit. Deze voertuigen krijgen een kentekenbewijs. Ze moeten voor en achter voorzien zijn van gele kentekenplaat (uitgezonderd klassieke auto’s van voor 1978).

Motorfietsen

De tweewielers moeten een kenteken krijgen, kentekenplaten gemonteerd hebben en een verzekering. Motorfietsen moeten een gele kentekenplaat aan de achterzijde hebben.

Aanhangers

Aanhangers die op de openbare weg rijden moeten een kenteken krijgen. Als ze een toegestane maximale massa hebben van 750 kilogram of lager hoeven ze geen eigen kenteken te hebben. In het laatste geval krijgen ze een witte kentekenplaat die het kenteken van de trekkende auto toont.

Ook getrokken (land)bouwmaterieel dat op de openbare weg rijdt en met een snelheid van meer dan 25 km/h rijdt, moet een kenteken hebben.

Landbouwtrekkers en rijdende (bouw)machines

Voertuigen die zijn gemaakt als landbouwtrekker of voor de bosbouw en die op de openbare weg rijden, moeten sinds 1 januari 2021 een kenteken krijgen. Het gaat om motorvoertuigen die op de openbare weg rijden én een maximale constructiesnelheid hebben van 6 km/h of meer. Bij deze groep vind je ook auto’s die zijn terug gekeurd naar een maximale snelheid van 45 km/u.

Brom- en snorfietsen

Bromfietsen hebben sinds enkele jaren een eigen kenteken. Vroeger was dat een verzekeringsplaatje. Dat principe is losgelaten en het kenteken hoort nu bij het voertuig.

Speed pedelecs

De snelle elektrische fietsen (met een maximum snelheid van 45 km/h) die je vaak ziet in woon-werkverkeer, worden gerekend tot de bromfietsen en moeten een kenteken hebben. Ook moeten ze voldoen aan de eisen die aan een bromfiets worden gesteld.

Op de openbare weg

Voertuigen moeten een kenteken hebben als ze op de openbare weg rijden. Bijvoorbeeld, een tractor die alleen maar op de boerderij rijdt, hoeft geen kenteken te hebben. Maar rijdt hij op de weg, bijvoorbeeld voor onderhoud of reparatie, dan moet hij wel een kenteken hebben met de verplichtingen die de RDW er verder aan stelt.

Elke auto heeft een kenteken. En daarbij krijg je ook een kentekenbewijs. Wat is een kentekenbewijs en wat moet je ervan weten?

Het RDW geeft bij elk kenteken een kentekenbewijs af. Vroeger was dit papier en bestond het uit delen 1, 2 en 3 (en een kopie deel 3). Tegenwoordig krijg je daarvoor een soort van pasje, de kentekencard. Deze moet je in de auto altijd bij je hebben, de politie kan dit opvragen.

Waaruit bestaat het kentekenbewijs?

Een kentekenbewijs bestaat in principe uit enkele delen. De eerste, de kentekencard, hadden we al genoemd. Daarom staan de gegevens van de auto, waaronder het kenteken, de datum dat het kenteken is uitgegeven en de datum waarop het voor de laatste keer tenaam is gesteld, de meldcode voor bijvoorbeeld APK, het voertuigidentificatienummer (VIN) en technische gegevens van de auto. Ook vind je hier bijvoorbeeld het gewicht van de aanhanger als je die mag trekken. Bij een elektrische auto is die vaak niet ingevuld omdat veel elektrische auto’s geen aanhanger of caravan mogen trekken.

Tenaamstellingscode op het kentekenbewijs

Daarnaast is er de tenaamstellingscode, die je nodig hebt als je de auto verkoopt. Maar ook als je hem wilt exporteren of slopen, dan zul je deze code moeten overhandigen. Dat moet je thuis bewaren. Eigenlijk komt dat overeen met wat vroeger het kentekenbewijs kopie deel 3 was. Deze code heeft negen cijfers. De eerste vier cijfers krijg je bij aankoop van de auto en de laatste vijf cijfers met de kentekencard. Als je een auto financiert of least, zul je deze codes niet, of na afloop van de financiering pas krijgen.

Papieren kentekenbewijs bij export

Als je een auto wilt exporteren, dan krijg je een kentekenbewijs deel II. Dit papieren kentekenbewijs deel II bevat gegevens als naam en adres van degene die het voertuig heeft uitgevoerd. De combinatie van kentekencard en papieren deel II heeft de functie van uitvoerkentekenbewijs.

 

Kenteken overschrijven

Je hebt een auto en je verkoopt hem. Of je koopt een auto. Hoe moet je dan het kenteken overschrijven? En wat komt er meer bij kijken?

Het kentekenbewijs is het officiële eigendomsbewijs dat wordt uitgegeven door het RDW.  Als je een auto koopt of verkoop, exporteert of gaat slopen, dan heb je dit nodig. Hoe moet je een kenteken overschrijven?

Garage kan kenteken overschrijven

Koop je een auto bij een garage, of ruil je de auto in, dan is het erg gemakkelijk. De garage kan het hele proces voor je regelen en ze zorgen voor het overschrijven van het kenteken. Daarbij moet je naast een legitimatie (Nederlands rijbewijs, ID kaart of paspoort) ook de kentekencard en de tenaamstellingscode (van 9 cijfers) meenemen of bij oudere auto’s het Tenaamstellingsbewijs (deel IB) en het Overschrijvingsbewijs (kopie Deel III) meenemen.  Je ontvangt van de medewerker een overschrijvingsbewijs met vier cijfers van de nieuwe tenaamstellingscode. Na enkele dagen ontvang je dan de nieuwe kentekencard van het RDW en het tweede deel van de tenaamstellingscode. Als je een auto inruilt, dan krijg je na het kenteken overschrijven direct een bewijs hiervan mee. Bewaar het goed, je kunt het nodig hebben als er na die tijd iets met de auto gebeurt.

Verkoop van auto

Als je een auto verkoopt aan of koopt van een particulier of autobedrijf, en je regelt zelf het overschrijven. Dan ga je naar een Kentekenloket of een locatie van PostNL waar je een kenteken kunt overschrijven. Daarbij moet je naast een legitimatie ook de kentekencard en de tenaamstellingscode (van 9 cijfers) meenemen of bij oudere auto’s het Tenaamstellingsbewijs (deel IB) en het Overschrijvingsbewijs (kopie Deel III) meenemen.

Bij het overschrijven ontvang je van de medewerker een overschrijvingsbewijs met vier cijfers van de nieuwe tenaamstellingscode en een vrijwaringsbewijs. Die laatste geef je aan de verkoper. Die kan daarmee bijvoorbeeld zijn verzekering van de auto opzeggen.

Na enkele dagen ontvang je dan de nieuwe kentekencard van het RDW en het tweede deel van de tenaamstellingscode. Tenminste: als je de auto niet geleased of gefinancierd hebt. Want dan krijgt dat bedrijf die codes tot je aan het einde van de termijn bent.

Online overschrijven

Je kunt ook online een kenteken overschrijven. Dat gaat al met een mobiele telefoon. Je hebt dan wel de DigiD app nodig. De eerste stap na het kiezen voor online kenteken overschrijven is legitimatie met DigiD en jouw rijbewijs of paspoort met chip. Je schrijft vervolgens de auto over, dat wordt bevestigd met enkele e-mails. Na de tweede mail is de overschrijving definitief en ontvang je nog een mail met een link naar het vrijwaringsbewijs voor de verkoper. Na enkele dagen ontvang je ook de kentekencard met ook het tweede deel van de tenaamstellingscode.

Verplichtingen na kenteken overschrijven

Vanaf het moment dat je het kenteken hebt overgeschreven heb je ook verplichtingen. Zo moet de auto verzekerd zijn en ga je motorrijtuigenbelasting betalen over de auto. Ook ben je verantwoordelijk om een geldige APK op jouw auto te hebben staan.

DE REGELS VOOR KLEINE, ‘AMERIKAANSE’ KENTEKENPLATEN (18.2)

Voor het overzicht de huidige officiële eisen (2021) voor Amerikaanse kentekenplaten op een rijtje:

  • Het betreft een voertuig van de voertuigclassificatie M1 en N1, (RDW: M1 = personenauto’s. N1 = bedrijfswagens), en de
  • plaats voor de kentekenplaat bestaat uit een van fabriekswege aangebrachte nis die een geheel vormt met de carrosserie of de achterbumper, en waarbij de kentekenplaatverlichting in deze nis is opgenomen, en
  • de nis te geringe afmetingen heeft voor de zowel een kentekenplaat van de afmetingen 520 x 110 mm als voor een kentekenplaat van de afmetingen 340 x 210 mm, of
  • de nis voldoende ruimte heeft maar bij montage van een kentekenplaat van de afmetingen 520 x 110 mm of 340 x 210 mm een oorspronkelijke gebruikersfunctie verloren gaat. Deze nis wordt ook als te klein aangemerkt als de van fabriekswege ingerichte plaats voor de kentekenplaat aan de onderzijde open is en dermate laag is gelegen dat bij montage van een kentekenplaat van de afmetingen 340 x 210 mm de onderkant van deze kentekenplaat minder dan 0,30 m boven het wegdek is gelegen, gemeten met het voertuig in onbeladen toestand.

WANNEER KRIJGT EEN AUTO DONKERBLAUWE KENTEKENPLATEN? KLASSIEKERPLATEN

Alleen auto’s van vóór 1978 mogen namelijk dergelijke historische kentekenplaten hebben. Die harde grens is ingesteld vanuit een logisch historisch perspectief. In Nederland waren kentekenplaten namelijk tot 1976 donkerblauw van kleur en in 1976 en 1977 lichterblauw. Op 1 januari 1978 werd in Nederland de gele kentekenplaat geïntroduceerd. Zodoende kunnen auto’s uit 1978 en daarna dus nooit (legaal) oorspronkelijk met blauwe platen rond hebben gereden.

Wel is het mogelijk dat een auto vroeger blauwe kentekenplaten had en daarna gele heeft gekregen. Dat kan bijvoorbeeld bij import gebeurd zijn, of bij het opnieuw registreren van een auto. Het is mogelijk om voor die auto’s opnieuw een donkerblauwe plaat aan te vragen, mits de auto dus vóór 1978 voor het eerst op de weg is toegelaten. Dat geldt ook voor oldtimers die uit het buitenland worden geïmporteerd.

Letter-cijfercombinatie

De historische kentekens hebben altijd vier cijfers en twee letters. Stel je hebt een oldtimer met gele platen met een dergelijke lettercombinatie (waarschijnlijk dus ook het oorspronkelijke kenteken van de auto), dan kun je exact dat kenteken ook voeren met donkerblauwe platen. Heb je een oldtimer met een nieuwer kenteken die je donkerblauwe platen wil geven, dan vervalt het bestaande kenteken en krijg je platen met daarop een ander kenteken met twee letters en vier cijfers.

Het is ook mogelijk om het oorspronkelijke kenteken van een oldtimer terug te krijgen als er in de tussentijd een nieuwer kenteken op is gekomen. Dan moet de auto in de basis nog wel hetzelfde zijn als oorspronkelijk, dus mag het bijvoorbeeld nu op papier geen bestelauto zijn terwijl het oorspronkelijk een personenauto was. Aan de hand van de papieren dien je uiteraard ook aan te kunnen tonen wat het originele kenteken was en dan is dat te verkrijgen op de donkerblauwe platen.

Illegale blauwe kentekenplaten

De kans is aardig groot dat je wel eens een oldtimer treft met blauwe kentekenplaten die eigenlijk niet zijn toegestaan. Denk daarbij aan oldtimers met een te nieuw kenteken op donkerblauwe platen, zoals bijvoorbeeld eentje met vier letters en twee cijfers of zelfs een nog nieuwere combinatie met een groep van drie letters. Dat zijn dan ook officieus uitgegeven platen zonder het officiële keurmerk erop en die willen ook nog wel eens het verkeerde lettertype hebben. Helemaal bijzonder wordt het als je een auto ziet die duidelijk van 1978 of later is en toch historische kentekenplaten heeft. Dan is direct te spotten dat er regeltjes overtreden worden.

Over het algemeen knijpt de politie vaak wel een oogje toe als je met een oldtimer rijdt die officieuze donkerblauwe platen heeft, met bijvoorbeeld een te nieuw kenteken erop. Als je met een auto van 1978 of nieuwer rijdt met donkerblauwe platen, kom je mogelijk wat eerder in de problemen. Daarbij valt het uiteraard eerder op als je bijvoorbeeld met een duidelijke jaren 80-auto rijdt met historische kentekenplaten erop. Je kunt dan een bekeuring krijgen voor ‘ondeugdelijke kentekenplaten’, à €150. Dan word je waarschijnlijk ook naar de RDW verwezen om de juiste platen op de auto te zetten.

Top
Vehicle added!
The vehicle is already in the wishlist!